De federale regering De Croo I
Na bijna 500 dagen zoeken, tasten en experimenteren met de meest diverse kleurencocktails was het uiteindelijk de vierkleurige Vivaldi coalitie die op 1 oktober de eed mocht afleggen op het koninklijk paleis. Niet minder dan zeven partijen maken deel uit van de nieuwe coalitie die over een comfortabele meerderheid van 87 zetels (op 150) beschikt in de federale kamer van volksvertegenwoordigers.
Dat de nieuwe regering wordt geleid door Alexander De Croo van Open VLD kan op het eerste zicht verrassend lijken. Bij de verkiezingen van mei 2019 was de Open VLD immers slechts de 7de partij in termen van het verkregen aantal stemmen. Door nu de premier te leveren lijkt de partij inderdaad boven haar gewicht te boksen. Maar na drie regeringen met een Franstalige premier én met vier Vlaamse partijen in de federale regering die samen nog niet eens de meerderheid van het Vlaamse electoraat vertegenwoordigen, was een Vlaamse premier vrijwel onafwendbaar.
Tegen de achtergrond van de ernstige gezondheidscrisis en de zware economische terugval mag het regeerakkoord zonder meer ambitieus genoemd worden. Er worden aanzienlijke investeringen vooropgesteld in de economie en in de sociale welvaart. Ook inzake energietransitie en klimaatbeleid zijn de ambities hoog.
Ondanks de slabakkende economie en het oplopende begrotingstekort kondigt de regering aan om voor 5,3 miljard te investeren in nieuw beleid, waarvan 1 miljard publieke investeringen, 1 miljard tijdelijke maatregelen en 3,3 miljard structurele maatregelen.
Om dit alles te financieren wordt gedacht aan een digitale tax op internetbedrijven, een forfaitaire minimumbelasting voor multinationals, één of andere crisisbelasting die door de spreekwoordelijke sterkste schouders zal moeten gedragen worden en – het tegendeel zou u verbazen – meer inkomsten uit de strijd tegen de fiscale fraude.
U merkt het, het legendarische ‘voluntarisme’ dat we nog kennen uit de paarsgroene regering Verhofstadt I is helemaal terug van weggeweest. Maar ook al is optimisme een morele verplichting, toch is voorzichtigheid geboden. Er zijn immers enkele belangrijke hindernissen en valkuilen op de weg naar het einde van deze legislatuur in 2023. We zetten de belangrijkste even op een rijtje:
Wat kan er fout gaan?
- Een lege schatkist. De Covid-19 crisis eist niet alleen een hoge menselijke tol, maar ook een budgettaire. We stevenen af op een aanzienlijk overheidsdeficit en die precaire budgettaire situatie zal de komende maanden en jaren onvermijdelijk als een molensteen rond de nek van de coalitie blijven hangen.
- Moeilijke compromissen. De tekst van het regeerakkoord is vaak opzettelijk vaag geformuleerd om meerdere interpretaties mogelijk te maken. Maar ooit moeten vage verklaringen in concrete beleidsmaatregelen worden omgezet…en dat belooft telkens weer een moeilijke evenwichtsoefening te worden vermits er tussen zeven verschillende partijen en vier verschillende ideologieën een eerbaar compromis zal moeten worden gevonden.
- Kwetsbare Vlaamse flank. De vier Vlaamse partijen die zijn toegetreden tot de federale regering vertegenwoordigen samen niet de helft van de Vlaamse kiezers. Dat maakt hen uiteraard kwetsbaar voor de ongetwijfeld scherpe en permanente aanvallen van de oppositie.
Waarom gaat het toch lukken?
- Verantwoordelijkheidszin. Ondanks de onmiskenbare ideologische verschillen, zijn de zeven partijen aan elkaar geklonken door een gemeenschappelijk gevoel voor verantwoordelijkheid om de huidige gezondheids- en economische crisis het hoofd te bieden.
- Vrees voor verkiezingen. Voor een aantal (Vlaamse) partijen speelt ook de vrees voor nieuwe verkiezingen een rol. Na de voor sommigen desastreuze verkiezingsresultaten van 2019 is deze regeringsdeelname niet meer of niet minder dan een ‘laatste kans’ om het tij te keren en een deel van de verloren kiezers terug te winnen. Falen is geen optie.
- Goede casting. Wellicht de belangrijkste reden om ervan overtuigd te zijn dat deze veelkleurige coalitie ondanks het verraderlijke parcours toch de hele rit zal uitdoen is de casting van het regeringsteam. Vooreerst zitten er aardig wat frisse en jonge gezichten tussen die voor een stijlbreuk willen én kunnen zorgen. Ze beseffen immers dat hun politieke houdbaarheidsdatum recht evenredig zal zijn met de mate waarin ze zelf afstand nemen van de politique politicienne die ons in een 500 dagen durende impasse heeft gebracht. Bovendien kreeg elke partij bevoegdheden in handen die dicht bij hun core business aanleunen. Ook dat zal de wil om te slagen enkel maar versterken.
De weg is lang en hobbelig, maar het bonte bondgenootschap onder leiding van premier Alexander De Croo is gedoemd om te slagen. Vivaldi gaat vooruit, moeizaam maar moedig. Avanti… ma non troppo.
Wil je hier meer over weten?