Verandering of ondergang? Als er één sector is waar de vraag acuut rijst, dan is het de pers wel.

Het was met “L’Esprit des Lois” dat Montesquieu de grondslag legde voor het befaamde trio van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht – de drie magische krachten die de ingrediënten zouden vormen van het tegengif tegen het totalitarisme. Maar, zoals Ignacio Ramonet [1] opmerkt: “De drie traditionele machten kunnen falen, zich vergissen en fouten maken”. We kunnen de Patriot Act aanhalen – de antiterrorismewet die in 2001 door het Amerikaanse Congres werd aangenomen en door George W. Bush werd ondertekend – om het failliet van de wetgevende macht te illustreren, of het beleid dat bepaalde Europese staten voeren ten aanzien van “migranten zonder papieren” om het uithollen van de uitvoerende macht aan te tonen, of ook nog de Dreyfus-affaire om te bewijzen dat de rechterlijke macht ook niet onfeilbaar is. Het verklaart de opkomst van een vierde macht, de pers, belast met de zware taak de burgers te beschermen tegen het misbruik van de drie betrokken machten. Een supermacht, in zekere zin…

Sinds de negentiende eeuw heeft de pers inderdaad heel wat stormen doorstaan. Ze maakte en kraakte koningen en keizers. Ze was de stem van de stemlozen, voerde revoluties en contrarevoluties aan. Maar voor het uitoefenen van die macht betaalt ze een zeer hoge prijs. De tragische cijfers van Verslaggevers Zonder Grenzen liegen er niet om: alleen al in 2018 zijn 80 journalisten omgebracht. Decennialang hield de pers stand. Ze slaagde erin zich te hervormen en zich tegelijkertijd te concentreren op haar primaire missie. De afgelopen tien jaar kreeg ze echter ongeziene klappen. Des te perverser, doordat ze zo onverwacht kwamen, maar ze zouden haar wel onderuit kunnen halen: enerzijds was er de globalisering en economische druk, anderzijds de digitalisering.

Een eerste gevaar gaat uit van de globalisering en de economische druk. De pers, die altijd al als een vestaalse maagd over haar onafhankelijkheid heeft gewaakt of die werd behartigd door enkele magnaten met een groot ego, maar wel met de nodige passie, is de speelbal geworden van grote groepen met een wereldwijde roeping. Voor hen is ze slechts een nevenactiviteit, een ‘content’-fabriek in zekere zin, die een steeds groter aantal kanalen en leidingen voedt. Het belangrijkste is niet langer het doorgeven van essentiële informatie, maar het vullen van die leidingen. Journalisten komen niet meer naar de redactie aan het eind van de dag nadat ze in de centra van de macht hebben vertoefd; ze zitten de hele dag door te kopiëren. Het is een karikatuur uiteraard: er zijn nog steeds kritische intellectuelen, opinieleiders en influencers, maar we vinden ze misschien niet langer alleen aan de kant van de journalisten.

Het tweede gevaar – en beide zijn natuurlijk gerelateerd – schuilt in de digitalisering. Aanvankelijk bood de digitale technologie een hele reeks nieuwe informatiedistributiekanalen. Een geschenk uit de hemel? Ja, maar ze heeft veeleer het gewicht van de wereldreuzen versterkt dan dat ze nieuwe kansen heeft geboden aan kleine lokale media-eigenaren. In een verdere stap zou de combinatie van big data en artificiële intelligentie gewoon het doodvonnis voor journalisten kunnen betekenen. Het is misschien een anekdote, maar in november 2018 toonde het Chinese persbureau Xinhua News zijn eerste tv-nieuwspresentator die volledig door artificiële intelligentie wordt gestuurd. Hij brengt het nieuws bijna net zo natuurlijk als een menselijke journalist, in het Engels en Chinees.

 

 

Natuurlijk zal geen enkele robot ooit alle journalisten vervangen. Net zoals geen enkele robot ooit alle artsen of advocaten zal vervangen. Binnenkort kan echter een groot deel van het journalistieke, medische of juridische werk door robots worden gedaan, betrouwbaarder bovendien. Yuval Noah Harari [2] werkt die these goed uit in zijn bestseller “Homo Deus”. Harari ziet er een kans in voor de mens om toegang te krijgen tot iets superieurs, onsterfelijkheid zelfs… In het geval van de pers zal dat superieure worden bereikt door een ingrijpende verandering en misschien door de opkomst van een vijfde macht, die van de publieke opinie.

Digitalisering stelt iedereen in staat om wereldwijd invloed uit te oefenen. Misschien herontdekken deze nieuwe “journalisten” wel de frisheid, brutaliteit en zin in polemiek van illustere voorgangers als Balzac (“De pers is in Frankrijk een vierde macht in de staat: zij valt aan en niemand valt haar aan” [3]) of Zola (“J’accuse” [4]).

Wat de marketing betreft, blijkt uit een recente studie [5] onder Europese consumenten dat een zeer grote meerderheid – 69% in Frankrijk en 78% in het Verenigd Koninkrijk – voor hun aankoopbeslissingen meer vertrouwt op de mening van hun medeconsumenten dan op die van influencers (22%) of journalisten (9%).

De marge tussen de autoriteit die de pers ooit was (9%) en de cafépraat die via Instagram of Facebook (69%) wordt gespuid is enorm. Mogelijk is het een gunstige verandering: wereldomvattende journalistiek, toegankelijk voor iedereen … Het systeem zal echter een vorm van zelfregulering nodig hebben om niet in te storten. Terwijl journalisten hun beroepsethiek en verenigingen hebben, hebben bloggers en influencers alleen de sancties van de publieke opinie om hun excessen te beteugelen. En hoorden we nu niet dat de publieke opinie een tiran is?…

 

Thierry Bouckaert

thierry.bouckaert@akkanto.com

 

Deze tekst werd geschreven in het kader van het 10-jarig bestaan van Trans-mutation.

 

[1] Ignacio Ramonet, Le Cinquième Pouvoir, Le Monde Diplomatique, oktober 2003

[2] Yuval Noah Harari, Homo Deus, A Brief History of Tomorrow, februari 2017

[3] In “Revue Parisienne”, augustus 1840

[4] In “L’Aurore”, januari 1898

[5] Studie uitgevoerd in juni en juli 2018 door het Morar Research Institute in Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.